Het viel wetenschappers op enig moment op dat er een
positieve correlatie was in gebieden waar worminfecties veel voorkomen en het
niet-of-nauwelijks voor komen van atopische aandoeningen en allergieën. Sindsdien zijn er wetenschappers die geloven
dat een beperkte worminfectie zou kunnen bijdragen aan de behandeling van
auto-immuunziekten. Op internet zijn inmiddels diverse onderzoeken te vinden
waarin dit onderwerp van onderzoek is. Wetenschappers richten zich dan met name
op de veranderingen in lichaamsprocessen als gevolg van worminfecties, met als
ultiem doel om daar uiteindelijk medicijnen te ontwikkelen die nadoen wat
wormen in ons lichaam doen om het immuunsysteem voor de gek te houden.
De wetenschap zal niet snel gaan zeggen dat we allemaal weer
terug moeten naar een ‘gezonde’ dosis wormen in ons lichaam. Een grootschalig en
langdurig onderzoek naar de positieve gevolgen van worminfecties is duur en
voor de farmaceutische industrie niet interessant. Stel je voor dat een paar
wormen beter zouden werken dat bestaande medicijnen? Hier ligt duidelijk een probleem.
Maar goed, neemt niet weg dat langzaamaan ook wetenschappers
her en der overtuigd raken van de mogelijke therapeutische werking van een
beperkte worminfectie. Een mooi voorbeeld is de Amerikaanse gastroenteroloog
(iemand die zich bezig houdt met ziektes aan het maag-darmstelsel) Joel
Weinstock. Hij deed onderzoek naar de effecten van worminfecties bij muizen en
hij raakte er van overtuigd dat wormen in staat zijn om het immuunsysteem van
hun gastheer zodanig te manipuleren dat dat kan leiden tot het beter reguleren
van Th-1 en Th-2 reacties, die een belangrijke rol spelen in atopische en
allergische reacties van het immuunsysteem.
Deze onderzoeken werden gedaan in 2003/2004 en inmiddels zijn we al weer 8 jaar verder en kan rustig gesteld worden dat worminfectie als therapeutische behandeling nog geen gemeengoed is in de reguliere medische wereld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten